Film en fotografie
Film
De Thaumatrobe; was een volgende belangrijke ontwikkeling in de film geschiedenis. Dit was bedacht door Peter Roger in 1824 dat was trouwens het begin van de film industrie. Ik vind dat toch wel belangrijk dat ik de meneer Roger heb benoemd want ben namelijk zelf ook een film liefhebber en deze man heeft de aanleiding wat tot nu toe is bedacht is door hem gekomen. De zoötroop; is een van de eerste animatie-apparaten waarmee bewegende beelden kunnen worden bekeken. De zoötroop is uitgevonden in het jaar 1834. De zoötroop omvat een uit een rechtopstaande cilinder met verticale sleuven. Als je de cilinder ronddraait kun je door de sleuven plaatjes zien, die aan de binnenkant van de cilinderwand zijn aangebracht. Doordat de plaatjes steeds maar kort te zien zijn, lijkt het alsof afbeeldingen in elkaar overvloeien, hierdoor krijg je de illusie dat er bewegende beelden ontstaan. Lumiere; dit was een camera met fotografisch martiaal, dat heet een Skadanowski camera. Dit was een systeem met met collectief kijken in de zaal, de mensen keken namelijk live mee op het doek wat er op dat moment geprojecteerd werd. Om dit film martiaal te krijgen stuurden ze allemaal mensen naar Europa om mooie filmpjes te maken en dan die later te bekijken. Ze verkochten ook nog rechten in 1900 aan de studio Pathe. Na deze uitvinding groeide de filmwereld in een rap tempo uit tot de films die we nu kennen. In de afgelopen tien jaar zijn vooral 2 dingen verbeterd de 1D tot en met 7D verbeterd. De laatste jaren was de bedoeling om de film zo echt en realistisch mogelijk te maken, waardoor de beleving veel groter werd. UITVINDING Thomas Edison vond de gloeilamp uit. Alfred Nobel ontdekte hoe je dynamiet kunt maken. En Alexander Graham Bell was de uitvinder van de telefoon. Bij film is het lastiger om te bepalen wie de uitvinder is. Film werd niet door een iemand uitgevonden. Allerlei losse uitvindingen van verschillende mensen maakten uiteindelijk samen de film. De ene uitvinder ging door waar de ander gebleven was. Men kende al de fotografie: het beeld dat stilstaat. Maar de uitvinders wilden meer laten zien. Ze wilden de werkelijkheid kunnen vastleggen zoals ze is en die aan meerdere mensen tegelijk laten zien. Om dat voor elkaar te krijgen hadden ze drie dingen nodig: 1. de mogelijkheid om meerdere beelden kort na elkaar op te nemen, 2. de mogelijkheid om stilstaande beelden te laten bewegen, 3. de mogelijkheid om beelden te projecteren op een scherm of op een muur. |
Top 3 FOTOGRAAF:
- Scott Kelby: Z'n foto's zijn scherp en ik heb dezeflde smaak! - Mario Testlo: Zwartwit foto's van indianen dat vind ik wel bijzonder iets hebben, 't beschrijft goed de GS. - Edward Curtis: Zijn foto's maken erg indruk op de klas merkte ik, ik zelf vind ze ook er inspirerend, ik zou der zelf bijna van willen fotograferen........... |
SCHADUWEN
De simpelste voorloper van film is het schimmenspel. Je hebt er bijna niets voor nodig en er kunnen meerdere mensen tegelijk naar kijken. Met je vingers en een lichtbron kun je al beelden projecteren op een muur. Dat wordt al eeuwenlang gedaan. Je hebt vast wel van je vingers een vlinder gemaakt. Of een konijn met lange oren. Houd je vingers voor het licht van een zaklamp of kaars. Of gewoon in de lucht als de zon schijnt. De vlinder is als een schaduw op de muur te zien. De lamp of de zon is de projector, je handen spelen het verhaal en de muur is het filmdoek. Zo’n schaduwverhaal is een voorloper van de film. |
TOVERLANTAARN
Een andere voorloper van film is de toverlantaarn. De toverlantaarn kan losse plaatjes op een muur vertonen. Het is een apparaat waarin je glasplaatjes schuift. Op het glasplaatje staat een tekening. Door de lamp in het apparaat is de tekening op de muur te zien. Een lens vergroot de tekening. Eigenlijk procies zoals een diaprojector werkt. Het nadeel was alleen dat de plaatjes stil stonden. Rijke mensen hadden thuis een toverlantaarn. Arme mensen moesten wachten tot het kermis was. Dan kwam er een man om een voorstelling te geven. Hij liet de plaatjes zien en vertelde er een verhaal bij. |
BEWEGEND BEELD
Veel uitvinders gingen aan de slag met het idee om met losse beelden beweging te maken. Het gevolg was een grote hoeveelheid speelgoed en apparaten. Deze kregen moeilijke namen zoals de phenakistoscoop, praxinoscoop en zoötrope. Al die apparaten werken volgens hetzelfde idee. Een aantal opeenvolgende losse plaatjes worden geplakt in een trommel of op een cirkel. Op een kleine afstand van die tekeningen zit een kijkgaatje. Als je door dat gaatje kijkt, terwijl de trommel of de cirkel beweegt, zie je de voorloper van film. Het lijkt alsof de losse plaatjes van bijvoorbeeld een aap met een springtouw in zijn handen écht touwtje springt als de trommel maar snel genoeg wordt bewogen. Maak in EYE jouw eigen flipboekje; dan snap je meteen hoe dit werkt! |
KINETOSCOOP
Uitvinder Thomas Edison hield zich ook bezig met bewegende plaatjes. Hij bouwde in 1890 samen met zijn assistent Dickson de kinetoscoop. Dat was een houten kast met een aantal spoelen erin. Over de spoelen werd een strook papier gelegd met opeenvolgende plaatjes. Er zat een zwengel aan de kast om de strook papier over de spoelen hoes te trekken. Bovenin de kast zat een kijkgat. Daar kon maar één persoon tegelijk doorheen kijken. De filmpjes van Edison duurden vaak een seconde of dertig. |
EEN REEKS FOTO'S
Voordat echte filmpjes werden gemaakt gebruikte een aantal fotografen het idee van veel na elkaar gemaakte foto's voor onderzoek. Zo hadden twee mannen een weddenschap over de vraag of een paard in galop alle benen op een zeker moment in de Iucht heeft. Met het blote oog is dit niet goed te zien. De bewegingen van het paard gaan te snel. De fotograaf Eadweard Muybridge bedacht een apparaat waarmee hij snel achter elkaar foto’s kon maken. Hij zette twaalf camera's op een rij. Aan al die camera's maakte hij draden vast die over de grond waren gespannen. Als een draad werd aangeraakt, maakte de bijbehorende camera een foto. Door een paard over de draden te laten galopperen kreeg Muybridge een reeks foto's die allemaal een stukje van de beweging van het paard lieten zien. Zo kon hij bewijzen dat een rennend paard op een bepaald moment heel even los van de grond is. Tot dat moment wist niemand dat! |
FILMCAMERA
Thomas Edison ging daarna nog een stapje verder. Hij bouwde de eerste filmcamera. Die leek veel op een fototoestel, maar er was een groot verschil. In een fototoestel staat het filmpje stil. In een filmcamera beweegt de film langs de lens. Er worden snel achter elkaar foto's gemaakt. Op elke foto staat de volgende beweging. Als je al die foto's snel achter elkaar bekijkt, bijvoorbeeld in een kinetoscoop, heb je een filmpje. En zo is film dus uitgevonden. Met beweegmachines en foto's. Want dat is film eigenlijk: honderdduizenden losse foto's achter elkaar, die snel voorbij komen. Zo snel, dat onze ogen het niet bij kunnen houden, en onze hersenen de losse foto's aan elkaar plakken. |
|
Fotografie
Fotografie is een woord afgeleid uit het Grieks, het houd in: Het vastleggen van afbeeldingen van voorwerpen met behulp van licht en andere vormen van straling op stralingsgevoelig materiaal. Bij fotografie is er een groot verschil tussen een genomen en een gemaakte foto. Iedereen kan een foto nemen zonder er al te veel moeite voor te doen, maar als je een foto gaat maken moet je op alle dingen letten en alles neerzetten op de manier van hoe jij het wil. Je moet bij het maken van een foto op alles letten, de kleuren, de licht inval, de achtergrond enzovoort. Ook zit er achter elke foto die gemaakt is een gedachte achter, waarom is deze foto zo gemaakt? Een foto zegt vaak meer dan duizend woorden, dat is vaak ook de reden dat er bijvoorbeeld bij een tekst uit de krant een foto bij zit. Een foto maken is echter niet zo makkelijk als het lijkt je moet er verschillende vaardigheden voor hebben, zoals;
Creatieve en artistieke gaven. ( als fotograaf kan je van iets wat dood normaal is iets heel bijzonders of moois maken.)
Technisch inzicht. ( je moet moet verstand hebben van de camera, de licht inval en de verwerking van het beeldmateriaal.)
Communicatieve vaardigheden. ( je moet goed met de mensen waarmee je samenwerkt om kunnen gaan.)
Assertiviteit en durf. (je moet niet bang zijn om van vreemde en abnormale dingen foto's te maken.)
bronnen:
http://www.carrieretijger.nl/beroep/taal-communicatie/media/beeld/fotograaf
http://nl.wikipedia.org/wiki/Fotografie
Fotografie is een woord afgeleid uit het Grieks, het houd in: Het vastleggen van afbeeldingen van voorwerpen met behulp van licht en andere vormen van straling op stralingsgevoelig materiaal. Bij fotografie is er een groot verschil tussen een genomen en een gemaakte foto. Iedereen kan een foto nemen zonder er al te veel moeite voor te doen, maar als je een foto gaat maken moet je op alle dingen letten en alles neerzetten op de manier van hoe jij het wil. Je moet bij het maken van een foto op alles letten, de kleuren, de licht inval, de achtergrond enzovoort. Ook zit er achter elke foto die gemaakt is een gedachte achter, waarom is deze foto zo gemaakt? Een foto zegt vaak meer dan duizend woorden, dat is vaak ook de reden dat er bijvoorbeeld bij een tekst uit de krant een foto bij zit. Een foto maken is echter niet zo makkelijk als het lijkt je moet er verschillende vaardigheden voor hebben, zoals;
Creatieve en artistieke gaven. ( als fotograaf kan je van iets wat dood normaal is iets heel bijzonders of moois maken.)
Technisch inzicht. ( je moet moet verstand hebben van de camera, de licht inval en de verwerking van het beeldmateriaal.)
Communicatieve vaardigheden. ( je moet goed met de mensen waarmee je samenwerkt om kunnen gaan.)
Assertiviteit en durf. (je moet niet bang zijn om van vreemde en abnormale dingen foto's te maken.)
bronnen:
http://www.carrieretijger.nl/beroep/taal-communicatie/media/beeld/fotograaf
http://nl.wikipedia.org/wiki/Fotografie